8 september 2017

Opening academisch jaar 2017-2018

 

Op 7 september openden de Academie voor Wetgeving en de Academie voor Overheidsjuristen het academisch jaar met een bijeenkomst in de Gotische Zaal van de Raad van State. De staf en het bestuur van beide academies verwelkomden vele Rijksjuristen, docenten en (oud-)trainees. De hoofdspreker was prof.mr. Corien Prins, voorzitter van de WRR. Namens de academies spraken de rector, prof.mr. Bert Niemeijer en de voorzitter van het bestuur, mr. Ralph Pans.

Woord van de rector
Bert Niemeijer heette alle aanwezigen welkom en sprak zijn dank uit voor hun inzet. De beide functies van de Academie, namelijk het verzorgen van onderwijs en het zorgen voor verbinding, kunnen niet worden vervuld zonder de betrokkenheid van vele Rijksjuristen. 
De rector nam kort de stand van zaken door, met bijzondere aandacht voor twee onderwerpen: de accreditatie van beide traineeopleidingen (dit najaar wordt het rapport van de accreditatiecommissie verwacht), en het thema ‘digitalisering’ bij het cursusaanbod voor ervaren juristen (klik hier voor ons opleidingsprogramma Digitalisering en juridische vraagstukken).

Rede Corien Prins
Corien Prins hield een inspirerende voordracht over digitalisering. Zij stond stil bij de verantwoordelijkheid van Rijksjuristen bij het reageren op digitale ontwikkelingen. Op prikkelende wijze beschreef Corien Prins een aantal mogelijke juridische implicaties: leiden nieuwe technieken tot een andere invulling van de term ‘persoonsgegevens’? Vraagt de toepassing van zelflerende technologie om het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan software? Ook wees zij op morele vraagstukken, waarbij de wetgever wordt bevraagd op haar kernwaarden (waar staat de Nederlandse overheid voor?). Zij vestigde ook de aandacht op het perspectief van de burger. Kunnen burgers uit de voeten met de nieuwe digitale toepassingen? Hoe equipeert de overheid gebruikers van haar nieuwe systemen? Digitalisering vraagt van Rijksjuristen niet alleen dat zij hun technologische expertise uitbreiden, het vraagt ook om een multidisciplinaire aanpak. De uitdagingen die digitalisering met zich meebrengt groepeerde Corien Prins in een viertal agenda’s, te weten:

  1. Kwaliteit van wetgeving. Vragen voor Rijksjuristen: wat is er nieuw aan deze technische ontwikkeling? Behoeft het juridische interpretatie? Is actie door de wetgever noodzakelijk? Privacy is een hot topic, zoek ook ‘verweesde uitdagingen’ (bijv. status van data, archivering).
  2. Inzet van technologie bij denken over en toepassen van wetgeving. Denk bijvoorbeeld aan internetconsultatie en geavanceerde data-analyse. Vereist samenwerking met andere professionals, bijvoorbeeld data-analisten.
  3. iOverheid: het besef een iOverheid te zijn. Hoe veranker je normen als transparantie en accountability?
  4. Techno-regulering: mogelijkheden van digitalisering als sturingsinstrument voor het afdwingen van publieke normen (zowel sturing van gedrag als handhaving).

Haar rake observaties over digitalisering en de verantwoordelijk van (de jurist bij) de Rijksoverheid gaven volop stof tot nadenken, waarbij de geformuleerde agenda’s kunnen dienen als kompas. Een zeer passend begin van een nieuw academisch jaar!
Klik hier voor de presentatie van Corien Prins.

Huis van Rijksjuristen
De laatste spreker was Ralph Pans, voorzitter van het bestuur. Hij blikte terug op een succesvol jaar. Het cursusaanbod werd opnieuw uitgebreid, de Academie is financieel gezond en de lezingen en discussiebijeenkomsten werden goed bezocht. De voorzitter sprak de hoop uit dat de Academie ook komend jaar het ontmoetingspunt zal zijn voor juristen bij het Rijk. 
Ralph Pans neemt een toenemende vervlechting waar tussen het werk van wetgevingsjuristen en overheidsjuristen. Wetgeving is inhoudelijk en procesmatig een bijzondere activiteit, toch vertonen veel vraagstukken voor wetgevings-  en overheidsjuristen grote overeenkomsten. Dit geldt in het bijzonder voor hun plaats in het beleidsproces en de ontwikkeling van nieuwe vaardigheden. Overheids- en wetgevingsjuristen worden immers in gelijke mate geconfronteerd met trends in het recht en bij de overheid, en met vraagstukken als digitalisering en internationalisering. De Academie zal door haar aanbod van cursussen, bijeenkomsten, onderzoeken en lezingen bijdragen aan de samenhang tussen beide groepen juristen. 

Na het formuleren van deze uitdaging opende de voorzitter het academisch jaar 2017-2018. De afsluitende borrel bood volop gelegenheid tot ontmoeting en napraten.

Delen