De vijf finalisten van de GrondwetStrijd zijn bekend. De jury onder leiding van prof.dr. J.Th.J. (Joop) van den Berg heeft de meest maatschappelijk en politiek relevante wijzigingsvoorstellen voor onze huidige Grondwet geselecteerd. Op vrijdag 28 maart presenteren de finalisten hun voorstellen tijdens het symposium Grondwet: ballast of baken?. De jury vond het interessant om te zien hoe belangrijke, actuele onderwerpen van maatschappelijk debat in verband werden gebracht met onze Grondwet. De volgende wijzigingsvoorstellen zijn geselecteerd.
Door de huidige zware wijzigingsprocedure sluit de Nederlandse Grondwet niet aan bij maatschappelijke ontwikkelingen. Dit voorstel beoogt herzieningen van de Grondwet flexibel te maken door wijzigingsvoorstellen in één lezing aan te nemen. Daarbij wordt de benodigde stabiliteit van de Grondwet behouden door voor belangrijke onderwerpen een tweede lezing te verplichten die wordt behandeld in een Grondwetskamer, bestaande uit burgers en de Staten-Generaal. Bovendien kan deze zwaardere procedure worden afgedwongen door middel van een burgerinitiatief. De combinatie van flexibiliteit, stabiliteit en volksinvloed maakt de Grondwet een dynamisch document dat leeft onder de bevolking.
Ondanks hun grote maatschappelijke meerwaarde ontbreekt het klokkenluiders vaak aan bescherming. Door de opname van een ‘klokkenluidersgrondrecht’ in de Grondwet wordt beoogd de klokkenluider de bescherming te bieden die hij verdient. Dit wijzigingsvoorstel voorziet daarin door een ieder het recht te geven een misstand publiek te maken voor zover het maatschappelijk belang daarmee is gediend. Ook wordt de wetgever verplicht nadere (procedure)regels op te stellen.
Dit voorstel van wet strekt tot de invoering van een burger-eed voor alle Nederlandse burgers in een nieuw artikel 1a van de Grondwet. De vrijheid van burgers gaat gepaard met rechten én plichten. Ook in de Grondwet dienen rechten in evenwicht te zijn met de plichten van iedere burger jegens elkander. Met haar preventieve karakter beoogt de burger-eed te leiden tot minder regeldruk en meer sociale cohesie door middel van actief burgerschap.
Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de Grondwet, voor het eerst in haar 200-jarig bestaan, te laten voorzien in een antwoord op de meest fundamentele constitutionele vraag. Het is een antwoord op de vraag waaraan het recht en de daarin geconstitueerde overheidsorganen hun legitimiteit ontlenen. Hierin wordt voorzien door de heersende rechtsopvatting hieromtrent, het resultaat van een tweehonderdjarige ontwikkeling, te codificeren, luidende: alle overheidsmacht gaat uit van het volk.
Dierenwelzijn is van groot belang. Daarvan zijn zowel samenleving als politiek zich steeds meer bewust. De afgelopen jaren is er steeds meer wet- en regelgeving tot stand gebracht die dierenwelzijn beoogt te beschermen. De indieners zijn van mening dat het tijd is om dierenrechten naar het niveau van de Grondwet te tillen. Dit zal de wetgever stimuleren om dierenwelzijn serieus te nemen. Daarnaast geeft opname van een dierenrecht in de Grondwet uitdrukking aan het besef dat dieren een wezenlijk onderdeel zijn van onze maatschappij.
Overige juryleden: mr. J.E. Biesheuvel-Vermeijden, drs. Th.J.A.M. de Bruijn, prof.mr. J.H. Gerards en drs. Th.H.M. de Wit.
De GrondwetStrijd en het symposium vinden plaats in het kader van het Grondwet Festival op 29 maart. Die dag is het precies 200 jaar geleden dat de Grondwet van 1814 werd aangenomen.
www.grondwetfestival.nl
Symposium Grondwet: baken of ballast?