26 september 2022

Interview Emma Smitshuijzen en Renske Kersbergen

Bij de Academie werken en komen veel mensen. Wie zijn zij? Wat doen zij? Vanaf deze uitgave van Academie Actueel laten we steeds twee mensen met elkaar in gesprek gaan. Deze keer zijn dat Emma Smitshuijzen, als trainee van de opleiding tot wetgevingsjurist geplaatst bij het Ministerie van Financiën – Directie Directe Belastingen en Toeslagen en Renske Kersbergen, opleidingscoördinator trainees bij de Academie. Vanuit de oranje stoelen op de kamer van de rector gingen ze met elkaar in gesprek over werk, studie en privé. Lees je mee?

Emma: Wat leuk om op deze manier wat beter kennis te maken. Wat doe je bij de Academie?

Renske: Ik ben opleidingscoördinator (OC) van de traineeopleidingen. Dat betekent dat ik eigenlijk alles regel, zoals de roostering, de docenten, de tentamens, het contact met de trainees, behalve de inhoud. Daarvoor hebben we de programmamanager, Marjolein Cupido.

Emma: Oh, dus jij bent degene die alle lessen in onze agenda’s zet. Da’s zo fijn!

Renske: Overigens zorg ik niet alleen voor de praktische zaken. We – ik doe dit samen met Hanneke Bezemer en nu tijdelijk met haar vervanger Maartje van den Bergh – zijn er ook voor de sociale dingen en we geven graag advies aan de trainees over hoe ze bepaalde zaken kunnen aanpakken. Voor de meesten is het traineeship hun eerste baan. Dan is het soms een beetje zoeken naar hoe je omgaat met bijvoorbeeld je leidinggevende (wat kan je wel of niet vragen), de planning van werkzaamheden, de work-life balans. Wij zijn een laagdrempelig aanspreekpunt en begeleiden de trainees daar graag bij. Ook denken we mee met trainees die tijdens de opleiding langdurig ziek worden. Samen kijken we wat wel en niet kan, steeds in overleg met de werkplek. Dit maakt de functie van OC dynamisch.

Emma: Doe je dit al lang?

Renske: Zo’n drie en een half jaar. Ik had net één jaar meegemaakt, toen de Coronapandemie uitbrak. Dat betekende heel veel improviseren en oplossingen bedenken. Dat was best leuk, maar ik hoop toch dat komend jaar weer een ‘gewoon’ jaar wordt, waarin we de dingen echt kunnen doen zoals we ze van tevoren bedacht hebben. En dat de leuke activiteiten weer door kunnen gaan, zoals de buitenlandreis.

Emma: Wat deed je voordat je bij de Academie kwam werken?

Renske: Ik werkte bij de Raad voor de Kinderbescherming als regio- en programmasecretaris. In die functie miste ik steeds meer het contact met collega’s en het gevoel dat er echt iets met mijn werk werd gedaan. Ik vroeg me af ‘waar komt dit rapport of deze nota terecht?’ Het fijne van het werk bij de Academie is dat je direct resultaat hebt van je werk. De lijntjes zijn kort en er is heel veel contact met collega’s en studenten.

Renske: Hoe waren de eerste weken op jouw werkplek?

Emma: Vanaf dag één ben ik op een rijdende trein gestapt. Ik krijg al direct heel veel mee. Hiervoor werkte ik als beoordelaar en vaktechnisch adviseur bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen en als bezwaarjurist bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dat is toch vooral productiewerk. Ik ben met deze opleiding gestart omdat ik op zoek was naar meer dynamiek en uitdaging en dat is nu al goed gekomen. Bij Financiën kreeg ik direct een mooi takenpakket en omdat ik vanwege mijn vorige werkplek al goed in de inhoud zat, kon ik vrij vlot van start. Dat vind ik erg leuk, maar ook wel spannend. Ik hoop soms dat het niet te veel hooi op mijn vork is, of dat ik te snel, te veel wil.

Renske: Dat komt vast goed. Ze geven echt niet zomaar die taken aan jou, ze kunnen dat echt wel goed inschatten.

Emma: Ja, daar vertrouw ik op. Wat ik echt heel leuk vind, is dat je direct wordt geconfronteerd met de actualiteit. Ik werd meteen betrokken bij de Wet hersteloperatie toeslagen en mocht ook al mee naar de staatssecretaris (in de Webex dan) bij de voorbereiding daarvan. En vanmiddag eten we met iedereen appelflappen, inclusief de staatssecretarissen, om te vieren dat het Belastingplan klaar is. Ik had niet verwacht dat je zo snel zó in de politiek zou zitten en zo snel hoog in de boom mee zou kijken.

Renske: Wat is jouw rol dan daarbij, word je meteen aan het werk gezet?

Emma: Ik mag vooralsnog overal meekijken, leren door mee te kijken. Ik mag overigens wel mee vragen schrijven op het ministerie als de Wet hersteloperatie toeslagen in de Tweede Kamer wordt behandeld, om de collega’s te ondersteunen met het beantwoorden van de Kamervragen.

Renske: Nou, dat spreekt wel tot de verbeelding. Da’s ook leuk voor het thuisfront.

Emma: Zeker. Ik ben daarom ook heel blij dat ik op een plek voor een wetgevingsjurist ben geplaatst én op een afdeling waar ook beleidsmedewerkers werken. En hele fijne combinatie.

Renske: Hoe ziet jouw thuisfront er eigenlijk uit?

Emma: Ik woon in Den Haag, samen met mijn vriend Peter en onze papegaai, Tweety. Die heb ik al vanaf m’n vierde en ze kunnen wel vijftig jaar oud worden. Gelukkig vindt mijn vriend haar ook leuk en ze is heel makkelijk. Ze fluit veel en kan een klein beetje praten. Haar favoriete uitroep is: “Hallo Tweety”. We wonen op de eenentwintigste verdieping, op een hoek, dus we hebben prachtig uitzicht tot aan het strand en zelfs Rotterdam. We zitten niet aan de kant van de ministeries, dus we kunnen werk en privé goed gescheiden houden.

Renske: En, hoe was het om weer terug te zijn in de collegebanken?

Emma: Heerlijk! Door werk en stages is het ruim drie jaar geleden dat ik colleges volgde. En anders dan tijdens mijn studie bij de universiteit ben ik nu wel wat beter voorbereid…

Renske: Ben je niet bang dat je op een gegeven moment wel klaar bent met al dat leren, colleges, tentamens?

Emma: Nee, juist de opleiding was een belangrijke reden om te solliciteren. Ik had niet het idee dat ik al klaar was met studeren, ik had behoefte aan meer studie, een betere basis in het Staats- en bestuursrecht. Het is fijn dat alles goed is geregeld vanuit de Academie, alles verloopt vrij soepel. Het helpt daarbij ook mee dat het heel kleinschalig is. Je kent iedereen en iedereen is heel toegankelijk: de medetrainees, de staf, de rector… Met de trainees wordt gezamenlijk al behoorlijk veel geborreld, het is een gezellige groep. Dat is wel wat anders dan bij de universiteit waar je vrij anoniem door je studie loopt.

Renske: Dat is fijn om te horen, je kunt heel veel aan elkaar hebben, want de komende twee jaren zullen best pittig zijn. Dat groepsgevoel is ook wat we graag stimuleren. Het is leuk dat alle praktische zaken goed geregeld zijn  - en daar doen we alles aan - maar juist het creëren van een groepsgevoel vinden we heel belangrijk. Dat maakt ons werk ook echt leuker. Dat merkten we vooral tijdens de Coronatijd, toen alle gezamenlijke activiteiten, zoals lunches en borrels, niet door konden gaan. Je merkt nu pas goed wat de toegevoegde waarde is van met elkaar in één ruimte zijn, in plaats van achter een scherm alles doen. Ik heb ook veel zin om morgen met alle trainees hier op de Academie naar de troonrede te kijken en oranje tompouces te eten. De koning komt altijd langs het Lange Voorhout op Prinsjesdag!

Emma: Ik zie de Academie meer als een soort community en veel minder als een grote onderwijsinstelling. Hoewel de Academie naar buiten toe een formele uitstraling heeft, is het allemaal best familiair en helemaal niet stijf. Er hangt een hele fijne sfeer.

Renske: Hoe is de sfeer bij Financiën?

Emma: Dat durf ik nu nog niet te zeggen, daarvoor ben ik er te kort. Ik ben wel met open armen ontvangen, iedereen is heel vriendelijk. En grappig, Financiën heeft ook de naam best formeel te zijn, maar ik ervaar dat helemaal niet zo.

Renske: Dat is grappig hé. Dat iedereen er netjes uitziet, zoals bij Financiën, hoeft niet te betekenen dat het er ook echt heel stijf is. Ben je vaak op je werkplek, of wordt er nog veel thuisgewerkt?

Emma: Op woensdag en vrijdag, de academiedagen, werk ik thuis als er geen les is. Op andere dagen werk ik op het ministerie. Met de fiets ben ik er zo.
Hoeveel dagen werk jij?

Renske: Alle dagen, behalve de donderdagen. Woensdag en vrijdag zijn onze piekdagen, als de trainees er zijn. Ik woon in Leidschendam met mijn man en twee dochters van dertien en fiets elke dag naar het werk. Zo houd ik mezelf ook nog een beetje in conditie. Het is altijd zo’n lekker gevoel als je het Lange Voorhout op komt fietsen. Het is echt de mooiste laan van Den Haag!
Heb jij hobby’s?

Emma: Ja, ik doe aan crossfitten. Dat is grofweg een combinatie van cardio, gymnastiek en gewichtheffen.

Renske: Zo, dat klinkt heftig.

Emma: Dat valt wel mee hoor. Echt iedereen kan dit, jong, oud, fit of niet. Het grappige is dat ik door iemand van het crossfitten ben gewezen op de traineeopleiding bij de Academie. Zonder die hobby was ik hier misschien helemaal niet terecht gekomen...

Renske: Doe je dat op het ministerie?

Emma: Nee, dat doe je in een crossfit-box. Het lijkt me minder comfortabel als je je collega’s in sportkleding of tijdens het sporten op de werkplek tegen komt.

Renske: Heb jij bij Financiën een mooie werkplek?

Emma: Wij hebben flexplekken, maar ik zit eigenlijk altijd op een vaste flexplek. Ik kom graag vroeg op het werk, dan kan je rustig bedenken wat je die dag gaat doen. Ik kijk op de ingang aan de buitenkant. Zo kan ik precies zien welke bekende mensen binnenkomen. Het is echt een prima werkplek. Kom vooral een keer op de koffie!

Renske: Doe ik.

Delen