31 oktober 2014

Kort verslag opening Academisch jaar

Tijdens de opening van het academisch jaar was burgemeester Van der Laan (Amsterdam) de hoofdspreker. De opening vond plaats op 4 september 2014 in het Academiegebouw van het Vredespaleis.

Als eerste sprak de waarnemend rector, Karel Kraan, over de stand van zaken bij de academies. Hij sprak onder meer zijn tevredenheid uit over het feit dat er in totaal 21 nieuwe trainees wetgevingsjuristen en overheidsjuristen aan de slag konden, ondanks de taakstellingen en bezuinigingen. Ook kondigde hij aan dat de Scriptieprijs van de academies, die dit jaar al niet meer werd uitgereikt, zal worden opgevolgd door iets anders. In het afgelopen jaar was namelijk de GrondwetStrijd zo succesvol dat een vergelijkbare formule ook beproefd zou kunnen worden in de komende jaren. Dan wordt bijvoorbeeld samen met geïnteresseerde rechtenopleidingen een wedstrijd bedacht waarbij teams van de verschillende universiteiten het tegen elkaar opnemen.

De hoofdspreker was Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam. Hij sprak vanuit zijn uiteenlopende ervaringen als advocaat, minister en burgemeester. Daarbij richtte hij zich in het bijzonder op het werk van overheidsjuristen, wat uitdrukkelijke bijval vanuit de zaal opriep. In zijn betoog had hij het onder meer over de lastige afwegingen die hij als burgemeester moest maken bij de handhaving van de openbare orde en de besluitvorming rond demonstraties. Hij benadrukte dat het er voor hem, en zijn ambtenaren, steeds meer op aankomt te bezien wat de gevolgen van een besluit in de praktijk zijn. Iedereen weet inmiddels dat we rekening moeten houden met uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, maar die plicht ging wat hem betreft verder. Men moest dit namelijk niet alleen bezien vanuit het perspectief van de overheid: het perspectief van burgers en bedrijven zou voorop moeten staan. Zullen zij in staat zijn de genomen besluiten of opgelegde regels uit te voeren? Worden zij daarbij niet alleen geconfronteerd met straf (de ‘malus’) als zij dat verkeerd doen, maar levert het ze ook echt iets op (de ‘bonus’) als zij het goed doen? Hij merkt dat ambtenaren eerst wat onwennig reageerden op de vraag welke bonus er verbonden is aan nieuwe besluiten en regels, maar dat ze er inmiddels enthousiast mee aan de slag gaan.

Ten slotte sprak de voorzitter van het bestuur van de academies, Rein-Jan Hoekstra. Hij bedankte de docenten die optreden in de opleidingen en cursussen voor hun inzet. Ook dankte hij de directeuren van de directies WJZ voor hun inspanningen ten behoeve van de academies. Daarna opende hij het academisch jaar en nodigde hij de aanwezigen uit voor de receptie.

Delen