Wetten kunnen menselijk gedrag vragen. Daaropvolgend beleid, uitvoering en toezicht zal efficiënter, effectiever en mensgerichter zijn wanneer vanaf de start rekening met de doenlijkheid voor de doelgroep wordt gehouden.
Hoe kun je als wetgevingsjurist samen met jouw beleidscollega’s ervoor zorgen dat bij het opstellen van wetsvoorstellen kennis over menselijk gedrag en doenlijkheid wordt meegenomen? Hoe pak je dit praktisch aan? Welke barrières kun je tegenkomen? Wanneer betrek je gedragscollega’s of collega’s van uitvoeringsorganisatie? En welke instrumenten (keuzearchitectuur, ‘defaults’, ambtshalve besluitvorming, vooringevulde formulieren, gerichte informatievoorziening) kun je het best wanneer gebruiken?
In deze cursus krijg je van een gedragsdeskundige en een wetgevingsadviseur praktische handvatten aangereikt om effectief met kennis over menselijk gedrag en doenvermogen om te gaan. Daartoe behoort een wegwijzer naar de vindplaatsen van meer informatie en ondersteuning over bijvoorbeeld kennisgedreven beleid, (panel)gesprekken met burgers en pilots. In het eerste deel staat de beleidsvoorbereiding centraal, in het tweede deel de vertaling naar wet- en regelgeving en de verantwoording hiervan. Uiteraard is er ruimschoots gelegenheid voor het stellen van vragen en het bespreken van eigen onderwerpen.
Docenten: Mike Keesman is gedragsdeskundige en projectleider doenvermogen (Ministerie van Justitie en Veiligheid - Directie Wetgeving en Juridische Zaken). Bram Rijpkema is coördinerend wetgevingsadviseur (Ministerie van Justitie en Veiligheid - Directie Wetgeving en Juridische Zaken)
Doelgroep: Wetgevingsjuristen
Dagdelen: 1 dagdeel